maandag 20 januari 2014

Natuur in het boedhisme


de natuur in het boeddhismeBoeddhisten zien de aarde als een levend wezen met zorgzame eigenschappen. De aarde geeft ons een plek én wat nodig is om te leven. Als wij als mensen goed met elkaar samenwerken, dan is Moeder Aarde gezond. Maar als we dat niet doen, betekent dit voor de planeet ziekte of zelfs de ondergang. Er zijn volgens boeddhisten genoeg redenen om te zeggen dat Moeder Aarde op dit moment ziek is. Dat terwijl we ook genoeg middelen hebben om de aarde gezond te houden.   

Boeddhisten zien zichzelf als onderdeel van de natuur. Mensen zijn slechts een draadje in het web van het leven. Andere belangrijke draden zijn de dieren en de planten. Als je de andere draden van het web kapot maakt of vernielt, heeft dat invloed op de samenstelling van het web waar jouw bestaan van afhangt. We vernielen het evenwicht en de harmonie in het web en, uiteindelijk, in onszelf.
De mensen moeten zich bewust zijn van hun afhankelijkheid van de lucht, de zon, de aarde en de regen. Ze moeten inzicht hebben in de relatie tussen de mensen en de planten, dieren en alle andere levende wezens. De mens kan zich niet gedragen alsof de aarde zijn eigendom is zodat hij ermee kan doen wat in hem opkomt.


We zijn hier slechts op bezoek, net zoals de rest van de levende wezens. Boeddhisten wordt daarom aangeraden om met de natuur heel respectvol en voorzichtig om te gaan. Milieuvervuiling of op een andere manier schade toebrengen aan de natuur gaat in tegen de aard van het boeddhisme. De natuur is alles wat groeit en bloeit. De natuur wordt vaak gebruikt om moeilijke dingen uit te leggen. Kijk maar eens naar de lotusbloem: hij groeit vanuit de modder als een prachtige bloem naar het licht. Dat is volgens de boeddhisten wat er met mensen gebeurt als ze de leer van Boeddha volgen.

lotusbloem

Geen opmerkingen:

Een reactie posten